Bewijs van een geloof (Heidendom) voor het christendom is gevonden op de Veluwe.

Na de Hervorming ging de protestantse kerk jacht maken op de "Paapsche stoutigheden" en dan zijn het juist de resten van heidendom die in het middelpunt van de belangstelling komen te staan en verdwijnen. Daarom zijn de actuele overblijfselen ten noorden van de Grote Rivieren veelal verdwenen. Een uitzondering daarop wordt gevormd door de Veluwe. Juist doordat dit gebied zo lang woest gelegen heeft zijn er veel overblijfselen te vinden op plaatsen waar volksverhalen aangeven dat er in het verleden geheimzinnige zaken aan de hand waren: de Mythstee, de Dobbe Gelle, het Solsche gat (Ermelo, Veluwe, een van de oudste bossen van Nederland)

 

Het Solse Gat

Het Solse gat dankt zijn naam aan de Germaanse Zonnegod Sol, die vereerd werd door de Germaanse bevolking die op dat moment in de omgeving van het gat leefden. In het Solse Gat offerden zij fruit. Drie, de plaats van een tempel niet veel verderop dankt zijn naam aan de Germaanse bosgod Thri.  Rond het begin van de zeventiende eeuw werden de bosbeheerders malenaars genoemd. De malenaars van de bossen rond het Solse gat hadden eigen jurisdictie over de bossen. Een tijd lang zijn de jaarlijkse vergaderingen bij het gat gehouden. Dan kon men het gekreun horen van de schuldig bevonden illegale kappers wier handen of vingers op overeenkomstige wijze werden verwijderd.

 

Leylijnen door het Solse Gat

Het Solse Gat is een plek waar een laagte is in een heuvel. Op zich geen bijzondere plaats zou je zeggen, maar zo onverwacht in het landschap, verwacht men dit niet zo snel. Het Solse Gat wordt overigens zelf niet op ANWB-paddenstoelen aangegeven. Om deze bijzondere plek te vinden kun je vanuit Ermelo naar Drie rijden en de Drie de ANWB-paddenstoelen volgen. Het Solse Gat ligt ten zuidwesten van Drie. Drie is te vinden tussen Ermelo, Putten en Garderen. Op het plattegrondje is boven ongeveer het zuidwesten. Op het plattegrondje staan met enkele rondjes bomen aangegeven die in het Solse Gat staan of markant zijn. Een rondje met uitsteeksels is een boom met paddenstoelen op de stam. Tussen twee bomen loopt er een leylijn door die het hele Solse Gat doorkruist, maar niet in het midden. Er zijn drie leycentra te vinden in het Solse gat. Deze staan aangegeven met een bolletje op de lijn. Het Solse Gat bestaat uit drie delen, twee watertjes, en een droog derde deel dat veelal vergeten wordt, maar dat is niet voor niets, daar vraagt dit deel ook om. Dit droge deel heeft een leycentrum van vijf leylijnen, het middenstuk heeft negen/twaalf leylijnen door het leycentrum en het zuidelijke watertje herbergt een leycentrum van zes leylijnen.

 

Het Solse Gat is een erg energierijke plek en de bomen hebben ook veel energie door deze bijzondere plaats. De plek straalt een wijde afstand uit. Het oorspronkelijke beginpunt van deze plek was een heidens heiligdom. Hier heeft vrij dikke boom gestaan ongeveer op het middelste leycentrum. Deze boom stond hier een ruime tijd voor het jaar nul in een bos-kreupehoutomgeving. De mensen die hier kwamen herkenden deze boom als een heiligdom, op gevoel wisten ze dat dit een heilige plek was. Op deze plek legden ze dingen neer: o.a fruit.

 

Bron Fok. Wiki .Het Solse Gat en haar legende en Sagen van Ermelo  

7e eeuw Begin van de kerstening. Kapel opgericht op de Wageningse Berg door missiebisschop Suitbertus (functioneerde 690/2, †na 711). Nederzetting op de Berg. Legende over heidense priesteressen met het brandend rad.

Op de Wagenigse Berg, aan de westkant van de Holleweg, ligt het familiegraf van de vroegere eigenaren van het landgoed Belmonte, Baron de Constant Rebecque. De tombe uit 1894 ligt binnen een groot hekwerk. De beschermde plaats bevat eveneens de restanten van een eeuwenoude kapel. Enkele muurfragmenten hiervan steken boven de grond uit en geven met hun hoeken globaal de grootte aan van het oudste kerkje van Wageningen: 21 meter lang en 7 meter breed. De muurresten bestaan uit tufsteen en lagen van keisteentjes, kalk en cement. Het zal rond 800 gesticht zijn, toen de bevolking gekerstend werd en zij op last van Karel de Grote hun grafveld aan de Diedenweg moesten inruilen voor gewijde grond. Het kerkje werd door de Noormannen verwoest.

Voorheen vermoed men op de berg een heidense een tempel, waar priesteressen de dienst uitmaakten. Een overlevering herinnert nog aan de voordagen van deze tijden en staat gebeiteld in een obelisk bij het graf: "Volgens overlevering bestond alhier 69 jaar na Christus ten tijde van de Romeinen, Vada, gelegen aan de doorwaadbare Rijn aldaar, Vado genaamd, benevens een heidense tempel, welks priesteressen voor elke krijg door een nog bestaande gleuf een wiel met brandend stro omwonden, de berg liet afrollen. Kwam dit wiel brandend en zonder omvallen beneden dan voorspelden zij een voorspoedige krijgstocht".

De herinnering aan het wiel vinden we terug in het stadswapen van Wageningen. Onderstaande tekst, is gebeiteld in een van de stenen banken op het kerkhofje.

“Het volk dat in de duisternis wandelt, zal een groot licht zien.

 Degenen die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen”,

Bron: Wens Verhalensite

1955 Viering 10-jarige Bevrijding.

Programma der feestelijkheden te Wageningen Heidense Priesteressen, Zaterdag 5 mei 1955

Een zestal heidense priesteressen en een Hoofdpriesteres verrichten hun ceremonieën. Oudtijds moet een heidense offertempel op de Wageningse Berg hebben gestaan op de plaats waar later de eerste Christenkapel is gesticht.  (Drukkerij H. Veenman & Zonen).

Maak jouw eigen website met JouwWeb